Op kantoor bij Leo Beenhakker
Op een gure dag in oktober 1990 moest ik mij melden bij Ajax in De Meer, bij de toenmalige trainer Leo Beenhakker.
Ajax speelde toen nog vanuit het gezellige stadion aan de Middenweg.
Direct aan de weg lagen twee trainings voetbalvelden en daarachter het intieme stadion. Een geel bakstenen gebouw met een kantine, een bar met een enorme prijzenkast gevuld met wel drie gewonnen Europacups en op het dak rood witte letters: AJAX

Als jonge jongen kwam ik vaak bij Ajax, om mijn helden van toen Cruijff, Keizer en Sjaak Zwart te zien trainen. Wedstrijden thuis zag ik vanuit het vak onder het scorebord, een kaartje staanplaats fl.3,- kocht je vanuit zo’n klein hok, met een dranghek en suppoost met Ajax politie pet op.
Net als in de film over Johan Cruijff Nr.14 parkeerde ik die dag mijn auto vlak voor de kleedkamers en zocht het kantoor van de trainer. Heilige grond natuurlijk, maar ik was inmiddels 30 jaar en een veelgevraagd portretfotograaf op een missie voor Esquire. Het eerste nummer voor Nederland.
Ik moest wachten in het halletje en hoorde wat gebulder vanuit het kantoor, oud beul, en oud speler Tonnie Pronk en andere spelers liepen gehaast langs.
Opeens ging de deur open en liep een duidelijk aangeslagen, woedende speler het kantoor brisk uit en sloeg de deur ook weer gelijk hard dicht.
Dat was een woedende Edgar Davis…gezellig.
‘De Patatgeneratie’, was ook een uitspraak van Leo Beenhakker.
Toen was het mijn beurt. Beenhakker sommeerde mij naar binnen en zei,” jij komt een foto’tje maken?”
Toch nog wel wat geïntimideerd door de bulderende Beenhakker en de woedende Edgar Davis die ik het kantoortje uit zag komen stelde ik hem voor om mijn “geniale” idee te accepteren om met een soort goochelaars wit variété colbert, en in een rood overhemd (Ajax)met vlinderdas en die subtiele kleine voetballetjes eraan gemonteerd te poseren.

Daarbij had ik ook nog het idiote idee meegenomen om de manchetknopen met kleine voetballetjes te versieren. En nee, we konden de foto niet 1-2-3- op zijn trainers kantoortje maken maar ik wilde in de bestuurskamer een heuse foto studio bouwen met licht en een strakke achtergrond rol.
Brommende en stomend van de sigarettenrook accepteerde hij mijn voorstel en een paar dagen later kon ik mijn studio opstelling plaatsen daar in de beroemde bestuurskamer van Ajax, tussen de cups en bekers. De geur van gehaktballen en sigaren vulde de ruimte.
Leo Beenhakker vond het allemaal prima, met een bijna James Dean achtige ‘coole’ pose stond hij groots op de eerste cover van Esquire.
12 ‘klicks’ met de Hasselblad.
En ja, hij was die middag de aardige en toch wat strenge schoolmeester figuur. Maar wel in de goede zin. Respect eerst van mij naar hem en hij naar mij, voor een fotograaf die verder ging dan de snelle kiek.
De lancering van Esquire in November 1990 werd uitgebreid gevierd met honderden gasten en veel drank en lekkere hapjes in de volle Sonesta Koepelzaal aan de Singel. Heel ‘bon ton’ Amsterdam, de grachtengordel scene laafde zich aan champagne en zalm.
Een gigantische stapel van duizenden Esquires exemplaren met mijn cover, DENK NA, COACH! werden uitgedeeld en weggegeven.
Trots? Jazeker!
Hup Ajax! Dat ook.
‘Those Were the days’
Bedroefd nu.
Rest in Peace ‘Don’ Leo Beenhakker~ RIP 10 April 2025.